On the road
14 februari 2019 - Anuradhapura, Sri Lanka
Daar gaan we dan…..on the road again, naar onze volgende bestemming, want rust roest. Een nieuwe chauffeur dit keer, die de komende 11 dagen ons stuurt, Samman Siri. Klinkt als een lekker gerecht, maar okselfris rook hij niet meer helemaal. Dat wordt nog wat, want heb geen bagage bij hem gezien. Maar verder is het een doetje. Heb maar vrij snel gezegd, na de eerste foto, dat ik van fotograferen houdt, met als gevolg dat ie af en toe stopte met de vraag “foto?” In de verste verte zag ik dan niks, kennelijk is mijn idee van compositie iets anders, maar steeds nee zeggen is ook zo sneu. Dus af en toe maar braaf een foto gemaakt door het raam, hij ook weer blij. Dienstbaar is zijn motto, dus voor ons even zoeken wat nu de bedoeling is en wat niet. Wil je onderweg eten of in het hotel? Geen idee, maakt ons niks uit, wat is het plan? Dat is er niet. En als iets niet de bedoeling is, heb ik het idee dat hij dat ook niet echt zegt. Zwaar onder in de Roos van Leary, zoals de psycholoog zegt. We zouden een stadstoer doen, o.a. naar een tempel, dus even checken of mijn kleding heilig genoeg is. Mwah, ja, als ik het gezicht van Samman interpreteer, zijn mijn mouwen toch niet helemaal lang genoeg, dus op naar de koffer voor de zekerheid. Check, we kunnen gaan. We hebben 4 uur gereden, zonder lange stops. Hij wilde nog bij een toilet stoppen, maar wij hoefden niet, maar het kan dus zijn dat dat voor hem was en hij daarna op hete kolen met een volle blaas is doorgereden. Maar dat is dus onduidelijk. Tja, lastig. Zijn Engels is matig, dus af en toe praten we volkomen langs elkaar heen: “gaan we onderweg eten of is er in het hotel een mogelijkheid?” “Ja, eten” krijg je dan als antwoord. “Zijn koeien hier ook heilig, net als in India?” “Ja, koeien India….” Dus we houden het gesprek maar op het niveau van “heb jij ook een hond?”
De wegen zijn hier best goed, maar dat rijden is heel bijzonder. Doet me denken aan Vietnam, maar dan minder druk. Je rijdt gewoon de weg op, en de rest gaat dan maar aan de kant, je haalt in en verwacht dat je tegenligger de pas inhoudt en dat werkt tot nu toe. Onderweg genoeg te zien: veel stalletjes met allerlei handelswaar en hier en daar een koe. Behalve het gebruikelijke fruit en groente, ook roze teddyberen, goudvissen in zakjes, speelgoed, tweedehands verroeste rollators en rolstoelen, spijkerbroeken en t-shirts langs de weg. Het is hier supergroen: rijstvelden, kokospalmen, papayabomen, mangobomen en af en toe een klein meertje met waterlelies. Onderweg nog een king kokosnoot gedronken en uitgeschraapt en een hindoetempel bekeken en verder vooral honden gezien. Lopende vlooienbalen is een betere benaming, want ze doen niks anders dan krabben en bijten en op de weg zitten. Maar Samman toetert netjes om ze weg te jagen. Ik kreeg al weer een deja vu van Guatemala waar de honden en kippen letterlijk onder ons busje vandaan fladderden…
Na 4 uur kwamen we aan bij het hotel, aan een meer, en konden daar inderdaad nog lunchen. Het buffet stond er nog, dus van alles uitgeprobeerd. Mjam, heet, mjam, pittig, mjam, dit is te doen. Kortom, mijn lippen en slokdarm branden nog na, zelfs de mango chutney was pittig. Huh? Daarnaast zit ik al een paar dagen per ongeluk tenen knoflook te eten, dus is weer eens wat anders. Gaan je poriën goed van open en houd iedereen op afstand. Werkloosheid is hier niet veel, maar er is hier een jongen in het hotel die hoopt dat je de nul draait op de kamertelefoon, want dan heeft hij iets te doen….een ander veegt blaadjes, drie zitten achter een receptie, een achter een bar, een jaagt de apen van je kamer, mocht je het raam vergeten zijn dicht te doen en er is een badmeester stoïcijns zittend bij het lege zwembad…. Heb er even een foto van gemaakt.
In de namiddag door de Sacred City van Anuradhapura gereden en gelopen. Dit was ooit de eerste hoofdstad van Sri Lanka, nu een boeddhistisch heiligdom. Het bestaat uit overblijfselen van kloosters, waterreservoirs en dagoba’s (stoepa’s) en ertussen lopen apen en koeien. In het museum de gevonden voorwerpen uit de 4e eeuw voor Christus, waaronder potten, zuilen, slapende suppoost en kraaltjes. Overal moest je je slippers uit doen van de slipperpolitie, waarna je door het grind, tussen mieren of over hete tegels verder moest lopen, auw, auw. Je zou er bijna van vloeken…. Bij de grootste dagoba was net een ceremonie aan de gang. We hebben ons best gedaan niet uit de toon te vallen als religieuze barbaren, dus netjes geobserveerd en nageaapt. Op onze blote voeten rondje gelopen om de dagoba. Onze chauffeur liep mee en had bloemen gekocht. Die moesten we hier en daar offeren bij een altaartje, volgens mij met twee handen….heb maar bloemetje voor mijn vader gelegd, die zou vandaag jarig zijn, dan heeft het nog enige betekenis. En niet vergeten achteruit te lopen bij het altaar en niet je rug toe te keren. Met getoeter kwam een rijtje bedevaartgangers aangelopen, terwijl ondertussen het melodietje van Für Elise klonk uit het karretje van de rijdende bakker. Oeps, timing. Officieel moet je drie rondjes om de dagoba, maar dat zou erg schijnheilig zijn, dus we hebben het bij een gelaten. Onze voetzolen waren er blij mee. Het was inmiddels donker, net als onze voetzolen, dus klaar voor vandaag. Dat was Anuradhapura, check. En door…….
Of Google Raymond Groenewoud Thailand
Vervang Thailand voor Sri Lanka 😃
Moest hier aan denken toen ik je stukje over het hete eten las...
Knoflook blijven eten hoor kan geen kwaad.
De vakantie is inderdaad helemaal naar onze zin.